Montignac

De Methode Montignac

De Methode Montignac is eigenlijk geen dieet, maar een andere manier van eten. Door een zorgvuldig evenwicht in het dagelijks eetpatroon functioneert het lichaam beter, gezonder en fitter. Bovendien verliest u snel overtollige kilo’s. “Goede” koolhydraten en vetten, daar draait het om.

Nooit meer calorieën tellen.

Hongerdiëten werken niet, aldus Montignac. Dat komt doordat de meeste diëten gebaseerd zijn op het tellen van calorieën. Een mens heeft (afhankelijk van leeftijd, geslacht en dagelijkse activiteiten) gemiddeld 2500 calorieën per dag nodig. Als je meer calorieën eet, dan slaat het lichaam het teveel op in vetreserves en neemt het gewicht toe. Krijgt het lichaam te weinig calorieën, dan worden de vetreserves aangesproken om het tekort te compenseren. Daardoor vermindert de hoeveelheid vet in het lichaam en daalt het gewicht. De meeste diëten zijn op dit principe gebaseerd.

“Fout”, zegt Montignac!

Het klopt dat mensen afvallen als ze minder calorieën eten, maar dat werkt maar tijdelijk. In eerste instantie zal het lichaam vetreserves gebruiken om het tekort aan calorieën aan te vullen. Maar na verloop van tijd past het lichaam zich aan de nieuwe omstandigheden aan. Het lichaam gaat minder energie gebruiken zodat er voldoende calorieën overblijven om op te slaan als vetreserves. Zo bereik je uiteindelijk het tegenovergestelde resultaat: je eet minder maar wordt toch dikker.

Jojo-effect

Wie op deze manier toch zijn streefgewicht bereikt en stopt met het dieet, moet er rekening mee houden dat alle extra calorieën die vanaf dat moment worden gegeten, direct worden opgeslagen in de vetreserves. het lichaam heeft zich immers aangepast aan het caloriearme dieet en beschouwt elke extra calorie als “cadeautje” voor de vetvoorraad. het gevolg: er komen weer kilo’s bij, soms zelfs zoveel dat het uiteindelijke gewicht hoger is dan vóór het dieet: het beroemde jojo-effect.

De theorie van Montignac

Volgens Montignac wordt het gewicht bepaald door de bloedsuikerspiegel. Koolhydraten in de voeding worden in het lichaam omgezet in glucose. Glucose is een soort suiker die werkt als brandstof. Het lichaam heeft dit nodig, denk maar aan topsporters die vlak voor een wedstrijd gerechten met veel koolhydraten eten. Maar ook in het normale leven zijn koolhydraten onontbeerlijk. Maar teveel glucose, een te hoge bloedsuikerspiegel is niet goed. Daarom produceert de alvleesklier insuline die ervoor zorgt dat het bloedsuikerniveau weer normaal wordt. Het huidige voedingspatroon met veel suiker, geraffineerde meelsoorten en rijstproducten, zorgt ervoor dat er hoge pieken ontstaan in de bloedsuikerspiegel. De alvleesklier heeft moeite om die pieken en dalen bij te houden en gaat teveel insuline produceren. Dit overschot aan insuline is slecht voor de bloedvaten.

Goede en slechte koolhydraten

Het is dus volgens Montignac belangrijk om de bloedsuikerspiegel zo laag mogelijk te houden. Want daardoor blijft ook de alvleesklier optimaal werken. De Methode Montignac is gebaseerd op het eten van zoveel mogelijk goede koolhydraten, die de bloedsuikerspiegel maar matig laten stijgen. “Slechte” koolhydraten daarentegen, die een hoge suikerspiegel geven, moeten zoveel mogelijk worden vermeden. Michel Montignac heeft uit wetenschappelijk beschikbare cijfers een lijst samengesteld waarin goede en slechte koolhydraten een bepaalde waarde krijgen. Die waarde wordt de glycemische index (G.I.)  genoemd. Een hoge glycemische index betekent dat het product de bloedsuikerspiegel te veel laat stijgen, een laag getal betekent dat het product minder invloed heeft op de bloedsuikerspiegel. Van de belangrijkste levensmiddelen heeft Montignac een tabel gemaakt die laat zien welke producten een hoge glycemische index (“slechte” koolhydraten) en welke producten een lage glycemische index (“goede” koolhydraten) hebben. Aan de hand van deze tabel kunt u koolhydraten kiezen die een glycemische index hebben van 50 of lager. Een glycemische index van 50 is volgens Montignac de grens tussen goede en slechte koolhydraten. Koolhydraten met een G.I. van minder dan 15 (groenten e.d.) zijn zeer goede of neutrale koolhydraten: zij kunnen met zowel vetten als met koolhydraten worden gegeten. U vindt hier de tabellen van de glycemische index.

Een uitgebalanceerde maaltijd

Wie op gewicht wil blijven hoeft er alleen maar voor te zorgen dat de maaltijd bestaat uit ingrediënten met een lage glycemische index. Deze ingrediënten kunnen naar verzadiging gecombineerd worden met elkaar en met vlees, vis, eieren of vet. Om snel af te vallen moet er echter meer gebeuren. Niet alleen is het noodzakelijk om gerechten te eten met een lage glycemische index, het is ook belangrijk dat in de afslankfase koolhydraten en vetten nooit gecombineerd worden. Een ontregelde, maar wel goed werkende alvleesklier gaat namelijk onder invloed van de koolhydraten extra insuline produceren. Zodra er tegelijkertijd vetcellen in het bloed voorkomen (omdat die tegelijk met de koolhydraten gegeten zijn) worden die door het overschot insuline naar de vetreserves gestuurd. In de praktijk betekent dit, dat in fase 1 een sneetje volkoren roggeboord (glycemische index 40) niet mag worden besmeerd met boter en ook niet worden belegd met kaas. Het beste beleg is suikervrije jam of stroop, rauwkost, of magere (uitgelekte) kwark (0% vet). Daarentegen zijn er geen beperkingen als het gaat om de hoeveelheid eten. U mag zoveel eten tot u verzadigd bent, zolang u de voedingsregels van de Methode Montignac respecteert.

Dagelijks evenwicht

Omdat het niet mogelijk is om de hele dag door uitsluitend goede koolhydraten te eten die niet gecombineerd mogen worden met bijvoorbeeld vetten, adviseert Montignac om in de afvalfase dagelijks een keuze te maken tussen maaltijden met goede koolhydraten, maar zonder vet (een koolhydraatmaaltijd) en vetmaaltijden. Daarbij geldt dat minstens de helft van alle maaltijden (circa 10 van de 21 maaltijden per week) moet bestaan uit “goede” koolhydraten. In de vetmaaltijden en ook in de goede koolhydraten zitten voldoende eiwitten, zodat deze niet apart genoemd worden.

Vetten

In de Methode Montignac zijn we niet bang voor vet. Vet is nodig, maar het moet evenwichtig ingepast worden. Verzadigde vetten (vleesbeleg, vlees enz.) moeten matig worden gegeten , maar onverzadigde vetten (vis, plantaardige oliën, gevogelte) hebben zelfs een gunstige uitwerking op het cholesterolgehalte.

De Methode Montignac is verdeeld in 2 fases.

  1. Fase 1 (de afslank-fase) is bedoeld voor mensen die willen afvallen. De regels zijn strenger en dienen nauwkeurig nageleefd te worden om een zo goed mogelijk resultaat te behalen.
  2. Als u uw streefgewicht bereikt hebt, kunt u overstappen naar fase 2. De Montignac-regels zijn dan wat soepeler en bieden de mogelijkheid om af en toe uit de band te springen.

  De Methode Montignac is zorgen voor een uitgebalanceerde maaltijd waarbij koolhydraten en vetten niet gecombineerd mogen worden.